Zeg: “de negende symfonie van van Beethoven”, en de spontane mens neuriet meteen de slotsymfonie: ode aan de vreugde. De volledige negende is evenwel meer dan dat, mochten mijnheer en madame gisteren ervaren. Hoewel niet erg onderlegd qua klassieke muziek mengden ze zich gisteren onder de klassieke muziekliefhebbers voor een life optreden van het Tsjechisch Symfonieorkest. Mijnheer had er stiekem tickets voor gekocht. Om madame te verrassen. En zichzelf ook wel een beetje, natuurlijk. Vooral het tweede deel van het concert, Carmina Burana, sprak hem aan. Hoewel hij daar ook alleen maar het “o fortuna” van kent.
Madame steekt het niet onder stoelen of banken, van klassieke muziek heeft ze geen kaas gegeten. Maar ze was wel nieuwsgierig. Welk effect zou die muziek bij haar teweegbrengen?
De eerste vijf minuten bleef ze bij de les. Ze absorbeerde de muziek ten volle en probeerde hem te smaken. Tot de dirigent een loopje nam met haar fantasie.
Hij was slank. De slippen van zijn iets te grote zwarte pitteleer ofte billenkletser reikten tot zijn knieholten. Zijn zilvergrijze haardos, die artistiek tot op zijn schouders reikte, lichtte op tegen de donkere achtergrond van de formeel in het zwart geklede muzikanten. Moest hij met gedistingeerde, afgemeten beweginkjes het orkest geleid hebben zou hij een stereotype dirigent geweest zijn. Maar daar zat het hem. Deze dirigent was één brok energie. De slippen van zijn pitteleer hingen geen minuut stil. Hij fladderde, zweefde, zakte door de knieën, kromp in mekaar om daarna te herrijzen als een phoenix, maakte duikvluchten, zwaaide met zijn toverstaf…
En hier nam madame’s fantasie het over.
“Zet die gast een punthoed op,” dacht ze,” en hij kan zo meespelen in een film van Harry Potter. Als leraar aan de toverschool. Moest zijn haar iets langer zijn, kon hij zelfs voor Lucius Malfidus doorgaan.”
De negende van Beethoven kreeg een feeërieke dimensie mee. De dirigent werd de meester tovenaar die met een fonkelend dirigeerstokje het mechanisch orkest tot leven bracht. De violen speelden als een regen sterretjes in hun richting fonkelden. Zond Lucius bliksemschichten naar de blaasinstrumenten schoten ze in actie. De pauker drumde als hij een handvol toverpoeder in zijn richting gooide. Lucius Malfidus was heer en meester over het orkest én over de negende van van Beethoven.
Een +/- vijftigkoppig koor kwam het orkest versterken. Dat bracht madame terug naar de werkelijkheid. Van dan af genoot ze 100 % van de muziek, die alsmaar indrukwekkender werd. Al kon ze het niet laten om af en toe nog te glimlachen om het gewapper en geflapper van de aldoor energieke Lucius Malfidus.
Hehe, ik zie je al in je binnenste glimlachen met het flapperen van die pitteleirslippen van de dirigent.
Toch efkes een heel klein opmerkingetje: wil je in het vervolg asjeblieft schrijven over de symfonieëen van VAN BEETHOVEN. Met een kleine v. De zoveelste van van Beethoven, dus. U zegt toch ook niet dat de presentator van ‘De slimste mens ter wereld’ Erik Looy is, toch?
Sorry, maar ik vind het vrij erg dat velen diene mens zijn naam niet kennen.
Zoals ik al zei: ik ben een absolute leek qua klassieke muziek. Ik geef mijnen Beethoven zo meteen zijn “van” van kleine v. 🙂
Da’s al vele beter se, madame.
Sorry voor mijn Pietje-Precies allures maar ik zift al eens graag een mug en neuk al eens graag een komma :- )
Met de fantasie van madame erbij dubbel genot zo te lezen!
Maar ‘o fortuna’ is ook niet te versmaden, mij doet het bijna ten hemel stijgen.
Heerlijk om uw fantasie de vrije loop te laten en zo tot een heel ander niveau van beleving te komen! Ik denk dat er niet veel mensen waren die avond die bliksemschichten uit de dirigent zijn stokje zagen komen 🙂
lucius is wel een slechterik, hé, madame. Wees blij dat je levende en wel ontsnapt bent…
Ah da’s waar, goh en dat in combinatie met die bliksemschichten…
hij was misschien beter Professor Dumbledore geweest 🙂
Wel, dat overdreven gesticuleren van dirigenten, dat is niet alleen maar passie voor de muziek maar (vooral) ook een deel van de show.
Muziek is om naar te luisteren. Een concert is ook om naar te kijken. Dus voert de dirigent een showtoneeltje op, een imitatie van wat het publiek verwacht van een dirigent.
Die muzikanten weten heus wel waar en wanneer ze moeten invallen en welke dynamiek een bepaald werk heeft (het zijn allen beroepsmuzikanten en ze hebben er een aantal repetities op zitten).
De kleine accenten die de dirigent dan nog moet aangeven, kunnen zeer zeker met een veel beheerster lichaamscoordinatie uitgevoerd worden. Maar… dat is saai.
Dus putten ze zich uit in allerlei wentelingen en kronkelingen, die ze thuis voor de spiegel instuderen en nabootsen van beroemde collega’s.
Het verschil is heel goed te merken als je de repetities ervoor bezoekt en het concert dat daarop volgt. Opmerkelijk.
ik hou wel van klassieke muziek,maar dan vooral Mozart en Mahler al zou ik denk ik wel met je mee fantaseren,dat overkomt mij ook weleens,nee altijd hahaha
Ludwig van Beethoven is genoemd naar zijn grootvader: Lodewijk van Beethoven. En dat was… een Mechelaar. Vandaar het Nederlandse voorvoegsel ‘van’ in zijn naam.
Klassieke muziek kan ook mij wel inpakken, ja, maar net als jij ken ik er heel weinig van.
Ik ben eens naar een concert geweest van the English Chamber Orchestra en daar werd een hoornconcert van Mozart gespeeld. Tijdens het concert haalde de eerste hoornist iedere keer zijn hoorn uit elkaar om hem droog te maken. Ik zat steeds mijn adem in te houden omdat ik bang was dat hij zijn hoorn niet op tijd weer in elkaar gezet kreeg als hij weer moest spelen maar hij kreeg het tot drie keer voor elkaar.
Ik ben trouwens wel een liefhebber van klassieke muziek, vooral Barokmuziek, maar ik houd ook van popmuziek, blues en af en toe kan ik een stukje hardrock ook wel waarderen.
Groetjes
Alice
Zo’n klassiek concert is niets voor mij, dat duurt mij allemaal veel te lang zonder dat er iets spannend gebeurt. Misschien zou het meevallen wanneer ik het zou kunnen zien door de ogen van Madame 🙂
[…] aan haar computer. ‘t Was pas toen ze het plezier ende het genoegen mocht smaken van mijnheers muzikale verrassing dat haar ondernemend lampje weer ging branden. “Leuk, zo samen uit,” dacht ze, “dat moeten we […]
@ Margogo – Je mag zoveel komma’s neuken als je wil. ‘k Was blij met je opmerking.
@ Zeezicht – Een beetje fantasie kleurt het leven vaak bij. 😉
@ ed blogt – Nee, ik denk ook niet dat veel mensen die bliksemschichten gezien hebben. LOL
@ Elke – @ ed blogt – Ja, ik weet dat Malfidus de slechte is. Maar de dirigent leek daar het meest op. En vermits Malfidus ook kan toveren… 🙂
@ Moose – Bedankt voor die toffe uitleg! Dat de dirigent bewust de showman speelt, is een openbaring voor mij.
@ Watervrouwtje – Ik veronderstel dat klassieke muziek bij kenners emoties losmaakt en bijgevolg automatisch tot bepaalde dromerijen voert.
@ Menck – Verhip! Waren zijn roots in Mechelen?! Weer een openbaring! Wat nog maar eens bewijst dat mijn kennis van klassieke muziek (en zijn componisten) een groot gat is in mijn cultuur.
@ Alice – Een hoornblazer die tussendoor zijn hoorn uit mekaar haalt. Spannend! Het zou me ook niet ontgaan zijn. 🙂
@ Moekemicheline – Ik had mijn geest opengesteld voor de muziek. Toen die niet vervuld geraakte, schakelde hij onwillekeurig over op fantasie. Leuk, maar toch had ik de muziek écht helemaal willen smaken.
Ik lig dubbel, madame! Ik kan dus beter voorlopig niet naar een klassiek concert gaan, want het is best mogelijk dat ik dan over de vloer rol van het lachen… Maar onze Ludwig breide er niet voor niets een Ode aan de Vreugde aan, he?